> Informatie > Standpunten >

 

 

 

Latijn en Grieks: meer dan ooit de moeite waard

 

 

 

 

Jaarlijks kiest ruim een kwart van de twaalfjarigen die in het secundair onderwijs beginnen voor klassieke talen. Anders dan in vele buurlanden kun je in Vlaanderen kiezen voor stevige cursussen Oudgrieks vanaf het tweede jaar secundair onderwijs. De Vlaamse universiteiten (Brussel, Gent, Leuven) met opleidingen klassieke talen zien hun studentenaantallen groeien, net als de hogescholen die Latijn aanbieden. In de visienota-Monard wordt het aandeel van klassieke talen in de eerste graad echter sterk gereduceerd. De huidige structuur zou gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen in de weg staan.

 

In het kader van leerzorg en 'onderwijs op maat van iedere leerling' gaat de aandacht terecht naar leerlingen die een extra ruggensteuntje kunnen gebruiken. In die optiek mogen we uiteraard de leerlingen die nieuwsgierig en gretig zijn naar nieuwe kennis niet uit het oog verliezen. Recent neurolinguïstisch onderzoek wijst trouwens uit dat twaalf jaar de geschikte leeftijd is om in taalpatronen te leren denken en daarover te reflecteren. De studie van de klassieke talen betekent dan ook een uitdaging en een verrijking: een nieuwe kijk op taalstructuur en grammatica, toepassen van vaardigheden van leren leren, ontwikkelen van het analytisch denken. Dit alles kan bovendien zonder op de andere vakken in te boeten. De basisvorming blijft ook in de opties met Latijn en/of Grieks verzekerd.

 

De visienota-Monard onderstreept terecht het belang van een brede en ruime algemene vorming in de eerste graad van het secundair onderwijs, ook op muzisch, artistiek en cultureel vlak. Ook hier dragen de klassieke talen meer dan hun steentje bij. Antieke cultuur is al twintig jaar een integraal onderdeel van het leerpakket. Actualisering en vergelijking met de eigen tijd zijn daarbij eerder regel dan uitzondering. Leerlingen maken kennis met kunstobjecten van Grieken en Romeinen en bezoeken musea. Doorheen de teksten bestuderen zij de leefwereld van mensen die nu eens zo ver weg en dan weer zo nabij lijken te zijn.

 

Dat het uitstellen van de keuze tot na de eerste graad de sociale ongelijkheid en het watervalsysteem zou reduceren, is nooit afdoend bewezen. Regio's en landen die middenscholen zonder Latijn en/of Grieks hebben, kennen vaak dezelfde maatschappelijke problemen. Wallonië is daarvan een voorbeeld. Studierichtingen met klassieke talen moeten uiteraard openstaan voor alle leerlingen met een intellectueel-theoretische interesse, ongeacht hun sociale herkomst. Wellicht kunnen oriëntering en informatie aan ouders vanuit het lager onderwijs hier een belangrijke functie vervullen. Wat wel cijfermatig is bewezen, is het hoge niveau dat het Vlaams onderwijs haalt in internationale vergelijkingen én de uitstekende resultaten in het hoger onderwijs die door leerlingen uit studierichtingen met klassieke talen worden behaald. Het zijn dan wel overwegend sterke leerlingen die voor Latijn en/of Grieks kiezen, maar binnen deze vakken wordt er wel degelijk gewerkt aan hun vooruitgang op intellectueel en persoonlijk-vormend gebied.

 

Classica Vlaanderen

21.10.2009