> Informatie > Standpunten >

Aan de leraren van het zesde leerjaar van het basisonderwijs

Elk jaar verlaten duizenden jongeren de basisschool om met grote verwachtingen de overstap te maken naar de 'grote school'. De stap naar het secundair onderwijs is voor hen en voor hun ouders een hele uitdaging. Er is niet alleen de schoolkeuze, maar ook de vraag welke vakken te kiezen. Het eerste leerjaar van het secundair onderwijs bestaat immers uit basisvakken – het zogenaamde gemeenschappelijke gedeelte, dat 27 lesuren bevat – maar ook uit een keuzegedeelte van 5 lesuren. In dat keuzegedeelte kan de leerling voor Latijn kiezen.

Bij het keuzeproces van de leerlingen en de ouders spelen de leraren van het zesde leerjaar van het basisonderwijs een belangrijke, zo niet een cruciale rol. Hun mening is vaak van doorslaggevende betekenis. Deze tekst is opgesteld om hen te helpen bij hun adviserende taak in het contact met de ouders.

Waarom zou een leerling van het zesde leerjaar basisonderwijs een keuze maken voor het vak Latijn? Latijn is in de gedachten van velen verbonden met het vanbuiten leren van eindeloze reeksen van woorden en het toepassen van saaie grammaticale regels. Wat is daar nu het nut van? Voor sommigen hangt er aan de studie van Latijn zelfs nog iets vast van het elitaire. Niets is echter minder waar.

Het loont – ook vandaag – meer dan de moeite om te kiezen voor de studie van Latijn:

• Om te beginnen – en hierover kan geen twijfel bestaan: Latijn staat open voor alle jongeren, wat ook hun sociale of culturele achtergrond is. Wat wel wordt verwacht van de leerlingen is dat ze graag taal doen en door geschiedenis geboeid zijn.

• Alle leerlingen die in het eerste leerjaar voor Latijn hebben gekozen, komen voor de eerste maal in aanraking met klassieke talen. In die zin verschijnen alle leerlingen gelijk aan de start. Het spreekt vanzelf dat de leraren Latijn er zich goed bewust van zijn dat de voorkennis op het vlak van taalbeschouwing bij de leerlingen heel erg verschillend kan zijn. Zij spelen daar positief op in.

• De studie in het eerste leerjaar is opgevat als een kennismaking met de activiteiten van het vak. De leerlingen krijgen de beginselen van Latijn aangereikt, ze leren Latijnse teksten begrijpend lezen en ze maken kennis met enkele aspecten van de antieke cultuur. De leerlingen krijgen in het eerste jaar de kans om vast te stellen of ze voor het vak Latijn aanleg en belangstelling hebben. Is dat laatste niet het geval, dan kunnen ze zonder problemen van studierichting veranderen.

• Wanneer ze dat doen, is het jaar niet verloren geweest. Door bezig te zijn met de bovenstaande activiteiten hebben ze talrijke vaardigheden geoefend die nuttig zijn voor de verdere studie: vaardigheden zoals memoriseren, analyseren en synthetiseren, probleemoplossend en onderzoekend leren. Ook wordt het historisch bewustzijn ontwikkeld en aangescherpt.

• De studie van Latijn vraagt van de leerlingen inzet en doorzettingsvermogen. Latijn leren is er dagelijks mee bezig zijn. Maar wanneer ze op het einde van het schooljaar zien wat ze allemaal hebben geleerd en welke vorderingen ze hebben gemaakt, ervaren velen een gevoel van tevredenheid.

Classica Vlaanderen